Flavia: Vertrouwen vinden

Flavia met haar nieuwe MOBIB-kaart.

Flavia kent wel een Villostation waar ik mijn Brusselse stadsfiets kan achterlaten. Ik volg haar van het Brouckèreplein, waar we elkaar ontmoetten, naar de Beurs. Onderweg maken we kennis. Ons interview zou eerst plaatsvinden op 22 maart, maar op die dag trof een idiote razernij de stad. Nu, donderdag, het interview twee dagen uitgesteld, zien we de Brusselaars rouwen op het Beursplein, onder de ogen van de wereldwijde media. "In Oeganda zou dit er helemaal anders aan toegaan," zegt Flavia. "Iedereen zou huilen. Er zou muziek spelen, trieste muziek, zodat de paar mensen die niet vanzelf tranen in de ogen krijgen toch beginnen te huilen."

Flavia is vlot en innemend, wat mij bijna doet vergeten dat ze nog geen jaar in België is. Elf maanden geleden, 23 jaar oud, kwam ze alleen aan met het vliegtuig uit Oeganda. Ze werd zonder verder oponthoud opgesloten in Caricole, het gesloten centrum van de luchthaven. "Het centrum is rond, net als deze ruimte", zegt ze, en bakent met gebaren het centrum af op de muren van de koffiezaak waar we intussen zitten. "Daar aten we, en daar zat ik uit het raam te kijken naar de vertrekkende vliegtuigen".

Flavia vroeg in België asiel aan. De Dienst Vreemdelingenzaken ondervroeg haar over de redenen, maar wat ze meegemaakt had in Oeganda maakte het moeilijk de interviewers te vertrouwen. Wat ze als persoonlijk beschouwde, vertelde ze niet. "In het centrum zeiden de anderen dat ik een grote fout had gemaakt... Ik kon die mensen vertrouwen, zeiden ze, ik moest alles vertellen." Dus paste ze haar verhaal aan. "Het is heel confronterend om je leven te vertellen aan volstrekte onbekenden. En het ergste was dat ze mij niet geloofden."

Weken werden maanden, vier maanden en twee weken in totaal. De tijd in Caricole was geestdodend. "Ik kon niet meer helder denken," zegt ze. "Ik sloot vriendschap met een andere Oegandees. Hij luisterde naar mij. We hebben heel veel gepraat." De man plaagde haar met haar slechte vooruitzichten. "Wat doe je hier? Je hebt geen enkele kans", zei hij. Toen stelde hij haar voor om te trouwen en bood hij haar werk aan in een café. Flavia twijfelde, maar uiteindelijk verbrak ze het contact met haar landgenoot. "Zuster Marie-Françoise vertelde mij dat de ‘café’ waarover hij het had niet zo’n café is waar je koffie serveert."

Zuster Marie-Françoise werkt samen met JRS. Ze is één van de bezoekers die gedetineerde asielzoekers morele steun bieden en hun asielprocedure opvolgen. Flavia en de zuster bouwden een band van vertrouwen op. "Toen zuster Marie-Françoise zei dat die man andere intenties had, geloofde ik haar." Niet veel later kwam ze terecht in het meest Kafkaëske statuut van de Belgische asielwetgeving: haar aanvraag werd afgewezen, maar de aard van de procedure liet niet toe dat ze het land uitgezet werd. Flavia werd een onverwijderbare. Geen toelating om in België te blijven, en geen mogelijkheid om terug naar haar land te gaan. "Wie weet waar ik was beland zonder zuster Marie-Françoise." Opnieuw is het moeilijk mij Flavia anders voor te stellen dan hoe ik haar voor mij zie zitten: verzorgd, levenslustig, vol zelfvertrouwen. Maar op dat moment kwam ze heel dicht bij een heel ander leven: zonder plaats om thuis te zijn, zonder papieren en niet in staat haar situatie te verbeteren.

De zuster wist van Up Together en bracht Philippe en Flavia in contact. Samen spraken ze af hoe ze te werk zouden gaan: Flavia zou te gast zijn bij een familie of communauteit in Brussel, twee maanden lang, en dan verhuizen naar een andere host in de buurt. Waarom maar twee maanden, vraag ik haar. "Ik wou graag nog een maand bij Brigitte blijven. Ze vroeg mij of ik nog een maand wou blijven." Maar na overleg met Philippe ging ze toch akkoord om te verhuizen. "Als ik bij Brigitte was gebleven, had ik die andere mensen niet leren kennen! Ik ga nog altijd vaak op bezoek, in het weekend. Brigitte is een alleenstaande moeder, en haar zoontje vraagt naar mij!" Ze toont mij een foto van een tweejarige jongen in een pyjama uit één stuk. Ook met andere hosts hield ze contact. Ze bouwt ze een sociale groep op in België, en krijgt ze kansen.

Een selfie genomen door één van de dochters van het onthaalgezin van Flavia.

Flavia woont nu bij een ander gezin in Elsene. Het is een grote familie, zoals haar eigen familie in Oeganda. De gedachte aan de mensen thuis brengt bijna elke migrant heimwee, en zo ook Flavia. “Als ze naar België komen en dan hetzelfde moeten doorstaan als ik in Caricole, dan beter niet,” zegt ze, een grimas op haar gezicht. Maar even snel is de wervende glimlach er weer. “Als je in België op straat komt, zonder papieren, dan heb je niks, kun je niks. In Oeganda is er niet zo veel controle. Je kunt gewoon ergens mee beginnen, zonder toelatingen. Wij kweekten thuis oesterzwammen om te eten en te verkopen, dat was mijn hobby.”

Naast paddenstoelen kweken en werken vond Flavia in Oeganda ook nog de tijd om sociale wetenschappen te studeren. En dat diploma wil ze ook in België verzilveren. Ze is verrast wanneer ik vertel dat je hier ook in het Engels kan studeren. Flavia absorbeert het Belgische leven en onze talen als een spons. Zo vertelt ze mij dus na een paar maanden in de hoofdstad waar ik mijn fiets kan achterlaten. Je zou het diepte-integratie kunnen noemen: Up Together verschaft Flavia niet alleen een woonplaats, maar ook vrienden die haar het vertrouwen bieden dat je nodig hebt om een thuis te maken.

De advocaat van Flavia gaat op dit moment in beroep bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens de afwijzing van haar asielaanvraag ongeldig te laten verklaren. De uitkomst is nog onzeker.

David Knapen - vrijwilliger JRS Belgium