Het beleidsplan van staatsecretaris Sammy Mahdi

Q&A met Stefan Arts

Naar aanleiding van het aantreden van de nieuwe federale regering en in het verlengde van de jaarlijkse Algemene Vergadering ging JRS Belgium samen met zijn partners en sympathisanten in gesprek met Stefan Arts, vertegenwoordiger en kabinetsmedewerker van staatssecretaris voor asiel en migratie Sammy Mahdi.
Het vraag- en antwoordgesprek, dat volledig online plaatsvond in de vorm van een webinar, werd bijgewoond door meer dan zestig geïnteresseerden, die allen de mogelijkheid hadden om vragen te stellen over de plannen van de nieuwe regering. De antwoorden van Arts waren relevant, maar vooral eerlijk, zonder loze beloftes of een valse goednieuwsshow.

Uit de vragenronde bleek in eerste instantie een sterke interesse in een meer uitgebreide regularisatie voor migranten met een bijzonder lang verblijf in België, of voor hen die vastzitten in een illegaal verblijf omdat een terugkeer naar hun zogenaamde land van herkomst onmogelijk is (‘niet-repatrieerbaren’).
Arts maakte duidelijk dat de nieuwe regering geen algemene regularisatiecampagne voorziet en evenmin van plan is om duidelijk afgelijnde criteria vast te leggen in de wet. Zij blijven de procedure als een uitzondering en een gunstmaatregel zien, en net om die reden wil men elke aanvraag individueel onderzoeken. Wat hij wel aankondigde was een duidelijk engagement om de procedure zo transparant mogelijk te maken en zeker voor de ‘niet-repatrieerbaren’ na te denken over een oplossing, ongeacht hoelang zij reeds in België verblijven. De specifieke vorm van deze transparantie of oplossing voor niet-repatriëerbaren moet echter nog worden onderzocht en uitgewerkt.

PNG - 848.9 kio

Een gelijkaardige mix van zacht en hard beleid kon worden vastgesteld bij het thema detentie. Waar vragenstellers polsten naar de noodzakelijkheid van detentie, antwoordde de heer Arts zeer duidelijk dat detentie in gesloten centra voor de nieuwe regering onmisbaar is en zal blijven, in de eerste plaats voor personen die een gevaar zouden vormen voor de openbare orde. Aan de andere kant uitte hij wel een duidelijk engagement om opsluiting zo kort mogelijk te houden, ook al zal dit niet gebeuren door het inkorten van de wettelijke maximumtermijnen voor detentie. Arts weet dat hoe langer een opsluiting duurt, hoe onwaarschijnlijker het wordt dat ze met een terugkeer zal worden afgesloten.

Het afschaffen van de opsluiting van minderjarigen en de mogelijkheid van alternatieven voor detentie tenslotte vielen evenzeer onder de noemer van gemengd beleid. Arts gaf toe dat de alternatieven die zij voorzien, zeker ook als een soort van detentie kunnen worden omschreven, maar hij beloofde ook om oprecht onderzoek te voeren naar alternatieven waarin een terugkeer niet als enige uitweg wordt gezien.

Alternatieve manieren van opsluiting die Arts vermeldde, waren onder meer huisarrest en het uitbreiden van de zogenaamde terugkeerwoningen. Het afschaffen van de opsluiting van minderjarigen zou niet inhouden dat zij niet onder een van deze zogenaamde alternatieven toch tot een terugkeer gedwongen kunnen worden.
De antwoorden van Stefan Arts maken duidelijk dat heel wat vraagstukken nog concreter zullen worden uitgewerkt en de eerlijke en open houding van het kabinet voedt alvast de hoop dat het middenveld tijdens deze legislatuur meer dan voordien de kans zal krijgen om zijn bijdrage te leveren aan een meer humaan migratiebeleid. Wordt ongetwijfeld nog vervolgd.

Ruben Bruynooghe
beleidsmedewerker