Het meisje uit Ghana

Iedere week, wanneer ik het detentiecentrum bezoek, zit Nelly (dit is niet haar echte naam) al op me te wachten. Ook vandaag, al is er niet veel meer te vertellen. Nelly zit hier al zes maanden opgesloten en een tijdje geleden zei haar advocaat haar dat alle procedures uitgeput zijn.

Nelly is 28 jaar en afkomstig uit Ghana. Daar moest ze trouwen met een veel oudere man, die al drie vrouwen heeft. Ze kon Ghana ontvluchten en trouwen met een landgenoot die verblijfsrecht heeft in België. Deze man is echter aan drugs verslaafd. Er kwam ruzie. De man ging haar aangeven bij de politie en zei dat hun huwelijk een schijnhuwelijk was. Nelly werd thuis opgepakt en in het detentiecentrum geplaatst, om teruggestuurd te worden naar Ghana. Haar echtgenoot heeft daar nu veel spijt van, maar gedane zaken nemen geen keer en de uitzetting lijkt onafwendbaar.

JPEG - 60.1 kio

Enkele weken geleden vroeg ik Nelly wat haar vooruitzichten waren als ze naar Ghana terugging. Dit is altijd een moeilijk onderwerp. De mensen willen immers niet terug, ze willen blijven. Nelly is erg bang om terug te gaan naar haar land. Onlangs overleed haar moeder – ze toont mij haar foto – en zij denkt dat de oude man er de hand in gehad heeft. Magie? Vergiftiging? Dit is Afrika… In Ghana was Nelly kapster. Daar kun je wat geld mee verdienen, maar het leven in haar dorp is niettemin veel armer dan hier. De Afrikaanse vrouwen besteden veel tijd aan hun kapsel. Dat zie ik ook hier in het detentiecentrum. Lange kunstharen worden aan het hoofdhaar vastgemaakt en met vaardige vingers tot dunne vlechtjes geknoopt. Dat neemt vele uren in beslag. Als je dan op bezoek komt en met zo’n vrouw wat te bespreken hebt, moet dat maar wachten. Of je komt er gewoon bij zitten terwijl het vlechten doorgaat.

Vandaag zitten Nelly en ik een hele tijd zwijgend naast mekaar. Wat kan ik nog zeggen? We hebben alles geprobeerd, maar de uitwijzing is niet meer tegen te houden.
Soms praten we over de Bijbel en over God, maar vandaag vind ik geen woorden die haar zouden kunnen troosten. Woorden schieten nu tekort. Als het tijd is voor de “luchting” op het binnenplein, zie ik Nelly met de bal spelen. Hoe kwetsbaar is zij. Ze lijkt veel jonger dan ze is, bijna nog een kind. Soms stapt ze in flinke pas rond de binnenplaats, vlak langs de afsluiting, om haar lichaam wat beweging te geven. Misschien was dit wel onze laatste ontmoeting.

Enkele dagen later belt Nelly mij op. De repatriëring is voor overmorgen. “Wat moet ik doen? Ik voel me zo zwak…”

In mijn kamer hangt nu een kaartje waarop Nelly haar naam geschilderd heeft met veel fonkeldingetjes versierd. Het hing in de dagzaal tussen andere tekeningen die de vrouwen als tijdverdrijf hebben gemaakt. Ik vroeg een van de beambten of ik het mee mocht nemen. Het hangt nu in mijn kamer aan de wand, een herinnering aan het kwetsbare meisje uit Ghana. Wat zou er van haar geworden zijn?

Pieter-Paul Lembrechts SJ