Het standpunt van JRS Belgium over de reeks ‘Exit België’ van De Standaard

JRS Belgium is blij met de publieke aandacht voor de gedwongen terugkeer van migranten die de reeks ‘Exit België’ creëert. Wij geven De Standaard volledig gelijk: het gedwongen terugkeerbeleid is een black box. Maar eigenlijk gaat het nog verder en kunnen we stellen dat dit geldt voor het gehele beleid rond administratieve detentie, waarvan gedwongen terugkeer enkel de laatste schakel is.

Waarom is dit problematisch?

In een rechtsstaat is elke vrijheidsberoving gebonden aan strikt wettelijke voorwaarden. Het is altijd een hachelijke evenwichtsoefening tussen de belangen van de maatschappij en de grondrechten van gedetineerden. Deze evenwichtsoefening kan enkel lukken als het beleid respect voor de fundamentele mensenrechten garandeert. Als centrale steunpilaar van onze democratische maatschappij moet dit respect onvoorwaardelijk zijn. We hebben er dan ook alle belang bij om in alle contexten van vrijheidsberoving een maximum aan transparantie en onafhankelijke controlemechanismen te waarborgen die grijze zones van machtsmisbruik verhinderen en het recht bewaken.

Zulke transparantie en controlemechanismen zijn een verplichting in gevangenissen, waar mensen van hun vrijheid worden beroofd voor het plegen van strafbare feiten. Ze zouden des te meer verplicht moeten zijn voor vrijheidsberovingen om administratieve redenen, bijvoorbeeld louter op basis van een verblijfssituatie als buitenlander.

In de gevangenissen heerst er een redelijke mate van transparantie, hoewel ook hier ruimte is voor verbetering. In het detentie- en gedwongen terugkeerbeleid, waar de overheid mensen op basis van hun verblijfsituatie en niet op basis van strafbare feiten arresteert en het land uitzet, bestaat die transparantie merkwaardig genoeg niet. Enkel de regelmatige en onafhankelijke bezoeken van JRS Belgium en een handvol andere NGO’s aan gesloten centra en aan de terugkeerwoningen bieden een beperkt inzicht in de realiteit van detentie. Op de gedwongen terugkeer houdt daarentegen alleen de overheid toezicht. Dit is een schending van het principe van checks and balances, die een democratische rechtsstaat kenmerkt.

Kan onze maatschappij dit fenomeen als verwaarloosbaar beschouwen?

Neen! De bevoegde autoriteit, de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) meldt dat zij in 2015 4245 mensen gedwongen van het grondgebied verwijderde. Nog eens 1649 personen werden aan de grens tegengehouden omdat ze niet voldeden aan de voorwaarden om het grondgebied te betreden. In totaal werden in 2015 154 personen met speciaal beveiligde vluchten verwijderd. Voor 2016 heeft DVZ nog geen data voorgelegd.

Wat loopt er op dit moment mis of waarom is een onafhankelijke monitoring zo nodig?

De Standaard brengt enkele voorbeelden uit de ervaring van JRS en uit de verslagen van de Algemene Inspectie. Het is de top van de ijsberg. De gehele dimensie van het verhaal kan alleen door een regelmatige en onafhankelijke monitoring aan het licht komen.

Scheiding van ouders van hun kinderen:

  • In verschillende verslagen is er sprake van een “methodiek” die de kinderen eerst op het vliegtuig zet, om zo de ouders te overhalen ook op het vliegtuig te stappen.
  • Kinderen worden uit “veiligheidsoverwegingen” vaak bij ophaling uit het centrum of de Terugkeerwoningen al gescheiden van hun ouders, tot op het moment van vertrek van het vliegtuig. Dit kan een aantal uren duren. In een geval kreeg een moeder haar 11 maanden oude baby pas 20 minuten na het opstijgen terug. In een ander geval werden vier minderjarige kinderen gescheiden van hun ouders naar de luchthaven gebracht en pas in het vliegtuig met hen herenigd.

Het is onaanvaardbaar dat de bevoegde instanties kinderen voor hun terugkeerbeleid instrumentaliseren. Gedwongen terugkeer is voor alle betrokkenen een erg stresserend proces. Het uit elkaar halen van ouders en kinderen is traumatiserend en is zeker niet in het belang van het kind. Het belang van het kind moet een essentiële overweging zijn voor elke overheidsmaatregel zoals door België geratificeerd in de Kinderrechtenconventie.

Dwangmaatregelen en geweld

  • Bij gedwongen terugkeervluchten zien kinderen hoe politieagenten hun ouders soms hardhandig aanpakken en in de boeien slaan. Deze ervaring heeft een grote impact op kinderen.
  • Dwangmaatregelen worden vaak preventief ten uitvoer gelegd. Uit de inspectieverslagen blijkt dat politiediensten niet altijd op de hoogte zijn van het profiel van de mensen die ze moeten ophalen. Daarom bereiden ze zich veiligheidshalve voor op het ergste. Hierdoor komt er in het geval van gezinnen vaak een grote politiemacht aanzetten, die niet in verhouding staat tot het "gevaar" dat het gezin met kinderen vertegenwoordigt.
    • Bij uitzetting werd een dertienjarig meisje gefouilleerd, geboeid en in dwang gehouden.
    • Ook een zwangere vrouw werd gedwongen verwijderd. Het betreffende inspectieverslag vermeldde niet hoeveel weken ze zwanger was.
  • Het beleid voorziet “speciale vluchten”, die extra beveiligd zijn, indien gezinnen zich vermoedelijk zwaar zullen verzetten tegen hun terugkeer en indien het om kroostrijke gezinnen gaat.

We eisen de garantie van twee basisbeginselen van een democratische rechtsstaat: het proportionaliteitprincipe en de garantie van de rechten van kinderen. Dat betekent dat:

  • Dwangmaatregelen bij aanwezigheid van kinderen een absolute uitzondering moeten zijn.
  • Kinderen mogen nooit slachtoffer zijn van dwangmaatregelen en geweld.
  • Het criterium “kroostrijk gezin” nooit mag dienen:
    • Als criterium voor het inzetten van speciale vluchten met bijzondere veiligheidsmaatregelen.
    • Voor een buitensporig talrijk optreden van politiediensten. Politiediensten moeten altijd op de hoogte zijn van de profielen van de mensen die ze ophalen en niet alleen van hun aantal.

Welke punten dienen volgens JRS onmiddellijk te veranderen bij de gedwongen terugkeer?

  • Onafhankelijke en systematische monitoring. Niet een sporadische controle door de Algemene Inspectie van de politie – die dan ook nog zo angstvallig geheim worden gehouden dat een journalist jaren moet procederen om inkijk te krijgen in de verslagen. Wél regelmatige en systematische controle door een onafhankelijke instantie, zoals de Federale Ombudsman of het Federaal Migratiecentrum. Deze instanties moeten bovendien volledige toegang hebben tot cijfers en data voor alle dossiers. In 15 EU-landen, waaronder al onze buurlanden, bestaat reeds een onafhankelijke monitoring van terugkeervluchten.
  • Bijzondere aandacht voor mensen in een kwetsbare positie, zoals uitdrukkelijk voorgeschreven door de Europese richtlijnen inzake asielzoekers, waaronder de Kwalificatierichtlijn. We wijzen erop dat kinderen naar internationale rechtsnormen altijd als kwetsbaar te beschouwen zijn en hun belang steeds de eerste overweging moet zijn bij gelijk welke stap van een overheidsinstantie. Uit dit basisbeginsel vloeit ook een bijzondere aandacht voor gezinnen voort. Het scheiden van kinderen van een of beide ouders is nooit in het belang van het kind.
  • Stop het criminaliserende taalgebruik en de criminele beeldvorming rond administratieve detentie. Het is misleidend om migranten in administratieve detentie systematisch te linken aan criminaliteit – vaak met het gebruik van de term illegale criminelen. Deze termen brengen mensen die niet, of niet meer, over een verblijfsvergunning beschikken in verband met criminele feiten die ze niet gepleegd hebben. Dit is onrechtmatig en werkt stigmatiserend en discriminerend. Het voedt het gevoel van onzekerheid in onze samenleving en vormt een bedreiging voor het respectvol samenleven.