De gelijkenis van het zaad

JPEG - 8.8 kio“Met het koninkrijk van God gaat het als met iemand die zaad op zijn land heeft gestrooid. Hij slaapt en waakt, nacht na nacht en dag na dag, en het zaad ontkiemt en schiet op, zonder dat hij weet hoe. Vanzelf draagt de aarde vrucht, eerst de groene spriet, dan de aar, dan het graan in de volle aar. Wanneer de vrucht zover is, slaat hij er meteen de sikkel in, omdat het tijd is voor de oogst.” (Marcus 4,26-29)

Mijn verhaal met de vluchtelingen is het verhaal van een mislukking. In die dagen van oktober ’96 had de oorlog de kampen en wat wij langzaam hadden proberen op te bouwen weggevaagd, als stof in de wind: de scholen, die ook levensgemeenschappen hadden willen zijn. Paradoxaal is die geschiedenis echter ook een geschiedenis van vruchtbaarheid. Ik schrijf dat niet om mezelf te troosten. De mislukking is reëel en doet nog altijd pijn, al was het maar door de brutaliteit van de scheiding. Een voorbeeld kan verduidelijken welke vruchtbaarheid ik bedoel.

Toen ik in de tijd van de oorlog geëvacueerd werd, overviel mij een gevoel van onmacht. Ik had de tijd willen doen stilstaan, maar de gebeurtenissen volgden elkaar in snel tempo op. Ik was beschaamd de vluchtelingen in de steek te laten, maar het vliegtuig bracht me naar een veilige plek… En ik huilde. Maar op dat moment, waarop ik verloren was en niet wist wat te doen of waarheen te gaan, heb ik me het dichtst bij de vluchtelingen gevoeld. Toen besefte ik dat er, ondanks onze verschillen, iets “gegroeid” was tussen hen en mij: was het een aar van het Koninkrijk?

Als vandaag het licht van de parabel over die lange dagen in de kampen schijnt, ontdek ik dat de grootste vruchtbaarheid van onze dienst te vinden is in onze “verloren” tijd. Ik zou het evangelie als volgt kunnen parafraseren: “Met het koninkrijk van God gaat het als met een JRS-team waaraan men een pedagogisch project heeft toevertrouwd. Of ze naar de kampen kunnen gaan of niet, door de regen en de soldaten, of de opvoeders enthousiast zijn of in angst leven verdreven te zullen worden, het project ontwikkelt zich stapje voor stapje, zonder dat zij weten hoe. Door hun volharding en omdat ze zien dat anderen erin geloven, geven de vluchtelingen het beste van zichzelf, de leraren in het lesgeven, de leerlingen bij de studie. En aan het einde van het schooljaar zijn de resultaten bemoedigend en zijn allen blij en zijn er optochten met dansen en tromgeroffel.”

Als wij mensen op de vlucht begeleiden, vaak in situaties van grote instabiliteit, worden we dan niet uitgenodigd om te leven van deze spiritualiteit van het onbeduidende, het inefficiënte en het geduld? Het geduld van het Koninkrijk.

Christophe Renders SJ
oud-directeur van JRS Belgium