Vluchteling zijn in Luxemburg

Ruim een jaar geleden werd een groep van de Gemeenschap van Christelijk Leven (GCL) in het Groothertogdom Luxemburg officieel een afdeling van JRS. Agnès Rausch is voorzitster. Ze vertelt over de vele uitdagingen waar vluchtelingen overal in Europa mee te maken krijgen en hoe JRS hen daarbij steunt. Om hen te helpen bij hun integratie, zet de organisatie onder andere in op ateliers en zomerkampen voor minderjarige vluchtelingen.

Wat betekent het om vluchteling te zijn in Luxemburg?

Je vraag gaat ervan uit dat vluchtelingen in Luxemburg geraken. Een eerste probleem is natuurlijk de toegang tot Europa. Gelukkig hebben we nu een minister van Buitenlandse Zaken die zich open opstelt en meedoet aan het hervestigingsprogramma van de Europese Unie. Dit is uiteraard een van de vragen die we samen met andere christelijke organisaties stellen aan politici: dat ze werk maken van deze toegang, bijvoorbeeld door humanitaire visa in te voeren.

De helft van de mensen die asiel aanvragen in Luxemburg krijgen dat ook. Maar voor hen is het grote probleem de opvang. In Luxemburg is het leven erg duur. Een eigenaar verhuurt zijn goed enkel aan mensen die een contract van onbepaalde duur hebben. Onze vluchtelingen hebben dat meestal niet. Daarom is veertig procent van de populatie van de opvangfaciliteiten van Caritas, het Rode Kruis of de overheid erkend vluchteling. Ze vinden gewoonweg geen eigen woning omdat er nooit een echt sociaal woonbeleid is geweest in Luxemburg. Daar zit wel duidelijk verbetering in maar er is een enorme vertraging. Dat stelt een groot integratieprobleem. We moeten veel meer richting kleine opvangstructuren die zich in wijken integreren. Integratie, dat is ook onze eerste prioriteit.

Die integratie verloopt niet eenvoudig, ook door de ingewikkelde situatie qua voertaal: we spreken in Luxemburg Luxemburgs, Frans en Duits. Het ministerie van Onderwijs organiseert onthaalklassen in het Engels of het Frans. Maar het is niet eenvoudig voor de jongeren om zich in deze situatie te ontwikkelen. Ze starten met dezelfde dromen als andere jongeren: piloot worden, astronaut, professioneel voetballer,… Die dromen moeten dan geleidelijk afdalen naar de realiteit. De meeste vluchtelingen in Luxemburg zijn afkomstig uit Syrië, Eritrea, Afhanistan, Irak,… Hun culturen verschillen van de onze en er is weinig ontmoeting met de Luxemburgse bevolking: de jongeren blijven op de speelplaats binnen de eigen groepjes.

Kan JRS iets doen om de integratie te bevorderen?

Ons devies is: ‘op lange termijn vergezellen’. Ons eerste integratieproject was een zomeracademie. Al sinds 2016 was er een werkgroep binnen de Gemeenschap van Christelijk Leven, de Ignatiaanse Groep Immigratie. We organiseren sindsdien zomeractiviteiten voor niet-begeleide minderjarigen. ‘s Ochtends werken we met ‘leuke’ onderwijsvormen. ‘s Namiddags bezoeken we verschillende plekken in Luxemburg, te voet of met de fiets. We doen dat met vrijwilligers. Integratie werkt immers in twee richtingen. De vier vrijwilligers die ons de voorbije zomer geholpen hebben, hadden voordien nog geen enkel contact gehad met vluchtelingen. Ze zijn verbaasd als ze de realiteit van het leven van vluchtelingen ontdekken: dat is vaak helemaal anders dan het beeld dat ze in hun hoofd hadden.

JPEG - 555.5 kio

Vanuit de zomeracademie hebben we dan het project Karibuni opgezet (Swahili voor ‘jullie zijn welkom’). Elke zaterdag organiseren we ateliers, om de twee weken zijn er uitstapjes, kleine ontdekkingsreizen. Vorige zaterdag gingen we bijvoorbeeld naar het Science Center (een soort Technopolis, n.v.d.r.).

In de tweede plaats willen we de jongeren geleidelijk laten proeven van het werkleven door hen bijvoorbeeld stages en vakantiejobs te laten doen. Het gaat om heel verschillende jobs: het kan een ‘proefstage’ van een week zijn, of een leercontract van drie jaar. Door de coronacrisis is het erg moeilijk om vakantiejobs te vinden. Werkgevers zijn terughoudend door economische onzekerheid, werknemers werken veel thuis en vinden het moeilijk om iemand op afstand te begeleiden. Maar we geven de hoop niet op!

Tenslotte werken we ook met de ouders van onze jongeren. Ook zij moeten vaak hun plaats nog vinden. Op veertig-, vijftigjarige leeftijd is het niet eenvoudig om de weg te vinden in het arbeidsleven, maar ook in het sociale leven. We zijn nog maar pas begonnen aan dit aspect te werken maar ik ben er zeker van dat ook zij hun talenten en vaardigheden kunnen delen met anderen.

We zullen deze activiteiten zeker nog uitbreiden. Dus als je jongeren kent die zin hebben om een week of twee vrijwilligerswerk te komen doen in Luxemburg, zijn ze van harte welkom.

Dennis Van Vossel
communicatieverantwoordelijke